“Ik zal toch niet…?”
Door Anne-Mieke Penders, lid Doelgroeppanel Netwerk 100
Benieuwd naar de ervaringen van de leden van het Doelgroeppanel in deze coronatijd, bel ik vandaag met Jan Revenberg. Drie weken geleden, in de tweede week van de lock-down, vertelde Jan dat hij zich vooral zorgen maakte over zijn kinderen. Vandaag zegt hij dat het goed gaat. Wat is er in die paar weken veranderd? Jan: “Mijn zoon werkt in de zorg en hij woont in het gebied van de corona-uitbraak, dat vond ik zorgelijk. In het begin moest hij extra diensten draaien op zijn werk, dat was zwaar. Nu is zijn rooster weer normaal. Mijn dochter werkt als ergotherapeut in de Sint Maartenskliniek, zij blijkt niet direct te maken te hebben met coronapatiënten. Dus mijn zorgen over de kinderen zijn wat verminderd. Wel merk ik bij mezelf dat ik wat angstig ben nu. Buiten loop je met een grote bocht om andere mensen heen. En vorige week had ik plotseling verhoging. Toen dacht ik: ‘Ik zal toch niet…?’.
Wandelen in de buurt
Mijn vrouw en ik proberen ons te vermaken. De schuur is nog nooit zo opgeruimd geweest. En we genieten van de tuin en de natuur. Maar af en toe slaat ook de verveling toe. Met het mooie weer gaan we veel wandelen of fietsen. Maar dan wel van huis uit, want ik vind dat ik me wel aan de regels van de overheid moet houden. Voor mij hoort bij wandelen en zeker bij fietsen onderweg een koffie drinken op een terrasje en eventueel op de terugweg nog een biertje of een wijntje. Dat kan nu allemaal niet, dat is wel vreemd. Gisteren waren we van plan om naar de Loenermark op de Veluwe te gaan. Ik ben geboren in Loenen, het leek me leuk om daar weer eens heen te gaan. Je kunt daar mooi wandelen en fietsen. Maar ‘s ochtends bedachten we dat ons gevraagd is om zo veel mogelijk thuis te blijven. En de Veluwe is toch een half uur met de auto. Toen zijn we maar bij ons in de buurt gaan wandelen.
We hebben haar nog niet gezien!
Ik mis de kinderen en de kleinkinderen wel. Ik spreek ze natuurlijk per telefoon en via het video-bellen, maar ik zie ze niet in het echt. We hoeven niet op te passen, de oudsten zijn al groot en de kleinste woont te ver weg. De kinderen en kleinkinderen missen ons ook. Mijn dochter heeft twee weken geleden een puppy gekocht. De kinderen zijn er natuurlijk heel enthousiast over en laten ons het hondje via beeldbellen zien. Maar wij hebben haar nog niet in het echt gezien, terwijl zij er al veertien dagen is!
Je moet je leven anders inrichten
Ik mis ook mijn andere sociale contacten. Ik ben een vergaderdier, maar alle afspraken en vergaderingen zijn gecanceld. Ik mis de contacten, maar ook het vergaderen zelf, de intellectuele uitdaging die een vergadering met zich mee brengt. Ik realiseer me nu dat als je ouder wordt en niet meer mobiel bent, je mogelijk veel dingen gaat missen. Zo’n beetje zoals wij nu. Ik ben nu 71 jaar, goed gezond en heel actief, maar er hoeft maar iets te gebeuren en dan wordt de wereld opeens heel klein. Dan zul je je leven anders moeten inrichten.”