Wat betekent corona voor professionals: ouderenadviseur

Wat betekent corona voor professionals: ouderenadviseur

Lizzy van der Horst is ouderenadviseur en zorgtrajectbegeleider bij Sterker sociaal werk. Lizzy werkt met en voor ouderen die in deze coronacrisis tot de risicogroep behoren. Hoe ga je daar als hulpverlener mee om? Voor welke uitdagingen sta je? En wat betekent het coronavirus voor de hulp aan deze (kwetsbare) ouderen?

Lastige afwegingen

“Normaal gesproken ga ik regelmatig op huisbezoek bij ouderen en/of hun mantelzorgers. Daarnaast behandel ik aanvragen van het sociaal wijkteam en overleg ik met mijn team of met zorgprofessionals in de wijk. Ook heb ik contact met verschillende vrijwilligersorganisaties. Tot voor kort verliep het contact met alle partijen nog telefonisch. Maar we mogen in bepaalde gevallen en in overleg met onze leidinggevende weer op huisbezoek gaan. Dit zijn wel lastige afwegingen. Sommige ouderen zijn namelijk erg kwetsbaar of kunnen vanwege allerlei redenen geen adequate beslissingen nemen. De meeste ouderen zijn zelf ook erg angstig vanwege die kwetsbaarheid. Anderen geven aan: “Ach, ik heb een fijn leven gehad en als corona mij te pakken krijgt, dan is dat prima”. Maar je wilt natuurlijk niemand in gevaar brengen.

Leefstijlmonitoring

Door het wegvallen van de meeste huisbezoeken probeer ik de informatie die ik normaal gesproken uit observaties haal, nu op andere manieren te verkrijgen. Bijvoorbeeld door wijkverpleegkundigen in te schakelen. Zij houden in de gaten wat de ouderen doen en hoe het contact is met de betrokken familie. We stemmen regelmatig telefonisch af. Daarnaast zet ik leefstijlmonitoring in via Sensara. Ook benader ik het netwerk van de betreffende ouderen. Denk dan aan familie, betrokken hulpverleners, wijkbewoners, etc. Zo is pas geleden bij een cliënt met dementie leefstijlmonitoring geïnstalleerd in combinatie met Tessa. De buren signaleren en de wijkagent alarmeert indien noodzakelijk. Er zijn korte lijntjes met de betrokken hulpverleners om gauw te kunnen schakelen. Het hoofddoel is veilig wonen.

Samenwerking met andere disciplines

Door deelname aan netwerken zoals DementieNet verloopt de samenwerking met andere disciplines goed. Alle bijeenkomsten zijn uitgesteld, maar de contacten op cliëntniveau worden voortgezet. We weten elkaar goed te vinden en vullen elkaar aan. Juist in dit soort situaties hebben wij elkaar als netwerk en samenwerkingspartners ontzettend hard nodig om de zorg voor ouderen vorm te kunnen geven. We zien dat sommige cliënten zich opvallend goed redden. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met het feit dat we van tevoren al veel met deze mensen hebben geregeld en afgestemd, in de vorm van advance care planning. Daar plukken we nu de vruchten van.

Creativiteit en aanpassingsvermogen

Soms lijkt de zorg voor de ouderen te stagneren, bijvoorbeeld doordat een mentor of bewindvoerder niet langs kan gaan voor een intake. Of doordat de vrijwilligersdiensten zijn aangepast en alleen in bepaalde gevallen doorgaan. Dit vraagt om creativiteit en aanpassingsvermogen, zowel van de ouderen als van ons als hulpverleners. Toch lijkt de angst wat af te nemen en vindt men alternatieve manieren om met elkaar in contact te komen. Dat is fantastisch.

Ander perspectief

Ik merk ook dat contactmomenten efficiënter worden vormgegeven. Sommige ouderen vinden de ‘bemoeienis’ door hulpverlening bijvoorbeeld niet prettig. Zij komen in deze periode dus juist een beetje tot rust. Daardoor neemt de irritatie en argwaan af bij de cliënt en wordt het netwerk beter benut. Bij aanvragen bij het sociaal wijkteam wordt vaak door ouderen en mantelzorgers aangegeven dat een en ander nog wel even kan wachten. Terwijl ik er in eerste instantie altijd vanuit ging dat de nood hoog is. Deze situatie zorgt dus ook wel voor een ander perspectief.”

Administrator